Een haardvuur heeft drie ingrediënten nodig. Eerst en vooral een brandstof. Dat kan hout zijn, maar evengoed aardgas. Daarnaast moeten we hitte toevoegen. Bij een houthaard een lucifer of aansteker, bij een gashaard het ontstekingsmechanisme. Zuurstof is het derde ingrediënt. Voor de aanvoer van zuurstof onderscheiden we twee soorten verbrandingen: open of gesloten.
Een haard met open verbranding
Een haard of kachel met een open verbranding haalt zuurstof uit de ruimte waarin het toestel staat. De lucht komt van binnenshuis en wordt na de verbranding via de schoorsteen afgevoerd.
Voor dit systeem is een goede ventilatie noodzakelijk. Want een open verbranding in een ruimte waar weinig verse lucht is, is niet gezond. Zeker in de huidige nieuwbouw huizen is het zeker aan te raden de haard aan te sluiten met een externe luchtaanvoer voor de verbranding. Anders loopt u het gevaar dat de haard met het ventilatiesysteem in de knoei ligt en andersom.
Een haard met gesloten verbranding
Een kachel of haard met gesloten verbranding heeft een gesloten circulatie. Dat wil zeggen dat de zuurstof vanuit de buitenlucht komt. Er wordt geen verse lucht uit de ruimte zelf gehaald.
In de meeste gevallen worden de houthaarden aangesloten met een koppeling via een goed verluchte kelder/kruipkelder of via de buitenmuur. Wat betreft gashaarden: die hebben een concentrische aansluiting en nemen via dit kanaal rechtstreeks zuurstof uit de buitenlucht.
Voordelen gesloten verbranding:
- Hoger rendement dan een open systeem
- Ideaal voor goed geïsoleerde woningen (E-peil)
- Werken volledig kamer onafhankelijk waardoor je niet meer moet kijken naar de balans binnen/buitenlucht.